Wat maakt Stein voor Peter en Henriëtte de Koning?
"Mensen vinden elkaar bij verenigingen en zo ontstaat een hechte gemeenschap"
In deze rubriek vertellen trotse inwoners van Stein wie ze zijn en wat ze doen in onze gemeente. Deze keer interviewde de redactie Peter en Henriëtte. Als eigenaars van Bloemensalon P. de Koning zijn zij geen onbekenden in Stein. Ze wonen en werken al hun hele leven hier, leerden elkaar kennen in de soos, verzorgen graag bloemwerk voor hun trouwe klanten en dragen bij aan het
lokale verenigingsleven. “Veer zeen gewoon van Stein!”
Peter de Koning groeide op in de bloemenzaak van zijn ouders. Al op de basisschool werkte hij mee in het bedrijf en hij koos heel bewust voor de opleiding tot vakbloemist. In 1982 was de bedrijfsovername een feit; samen met zijn vrouw Henriëtte werd Peter de nieuwe eigenaar van de bloemenwinkel in Oud-Stein. Tot op de dag van vandaag maken zij mensen blij met bloemen.
Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Henriëtte: “We speelden al met elkaar toen we 4 jaar waren. Later zagen we elkaar in de soos in Stein. Daar ging vroeger alle jeugd naartoe.” Peter: “Je had er een kegelbaan en we speelden kaart- of dobbelspellen. Heel gezellig! We leerden elkaar daar steeds beter kennen. Maar de vonk sloeg pas echt over bij de Scouting . Henriëtte was lid van de vereniging en ik kwam daar vaak uithelpen.”
Zijn jullie nu ook nog betrokken bij het verenigingsleven in Stein?
Henriëtte: “We zitten niet bij een vereniging, maar betrokken zijn we wel! Lokale organisaties komen hier regelmatig vragen om een sponsoring. Denk aan een bloemenbon voor de kienavond van de KBO of plantjes voor alle moeders van de peuterspeelzaal.”
Peter: “Zo doen we iets terug voor de mensen die altijd hun bloemen bij ons kopen én houden we het rijke verenigingsleven in Stein in stand. Belangrijk, want mensen vinden elkaar bij verenigingen en zo ontstaat een hechte gemeenschap.”
Hoe was het om de zaak van je (schoon)ouders over te nemen?
Peter: “Ik was geen vreemd gezicht; ben geboren en getogen in Stein en werkte natuurlijk al veel in de winkel. En omdat in een klein dorp de gunfactor altijd meespeelt, bleven mensen ook gewoon komen. Dat mijn vader nog heel wat jaren heeft meegewerkt, droeg ook bij aan het succesvol voortzetten van ons familiebedrijf.”
Henriëtte: “Toen Peter de zaak overnam, stopte ik met mijn werk in de verpleging. De overgang van zorg naar bloemen was even vreemd, maar je rolt vanzelf in het vak. Mijn eerste werkdag was Moederdag; een van de drukste dagen van het jaar. Na die eerste vuurdoop heb ik alles geleerd, gewoon door te doen.”
Draaien jullie de winkel alleen?
Peter: “Nee, dat is teveel op onze leeftijd. Er is iemand die elke ochtend voor ons naar de veiling gaat en we hebben een vaste bloembinder in dienst.”
Henriëtte: “Onze kleindochter van 16 werkt hier als zaterdaghulp en vergeet ook onze bezorgers niet! Daarnaast springen onze twee dochters bij tijdens pieken zoals Valentijnsdag of Kkerst . Ze willen de zaak niet overnemen als wij op ons 67e met pensioen gaan, maar we hoeven ze maar te bellen voor een helpende hand en ze staan voor ons klaar!”
Wat maakt bloemist zijn zo speciaal?
Henriëtte: “Het mooie aan ons vak is dat je altijd te maken hebt met dankbare mensen. Iedereen vindt het leuk om een bloemetje te krijgen. En zelfs in verdrietige omstandigheden zoals een overlijden, brengen bloemen troost.”
Peter: “Wij kennen veel van onze klanten persoonlijk en hebben er echt een band mee. Als iemand bijvoorbeeld belt om een boeket te bestellen, dan hebben wij vaak niet eens een bezorgadres nodig. Hier in Stein is het ‘ons kent ons’ en dus weten wij precies waar we het boeket mogen afleveren.”
Favoriete plek in Stein?
Peter: “Tot voor kort hadden we een hond, waar we graag mee door het Steinerbos, Ziepe of ’t Brook liepen. Prachtige stukjes natuur! Maar als ik echt moet kiezen, dan ga ik toch voor onze eigen winkel; ons hele leven speelt zich hier af.”
Henriëtte: “Dit is al 42 jaar de plek waar mensen elkaar ontmoeten, waar tijd is voor een gezellig praatje en waar wij met trots ons vak uitoefenen.”
Lees de hele Maaskentjer.